Tops logo
algemeen

Nieuwe regels uitzendbranche, dit betekent het voor inleners

De regels voor uitzenden gaan de komende jaren flink op de schop. Nieuwe wetgeving en een nieuwe cao schuiven de balans richting meer zekerheid voor flexwerkers. Dat raakt direct de manier waarop uitzendbureaus en inleners samenwerken. Hieronder de hoofdlijnen en vooral: wat je nu al moet regelen.

De grote bewegingen op een rij

1) Nieuwe CAO voor Uitzendkrachten

Per 1 januari 2026 geldt het principe van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden: het totale pakket voor de uitzendkracht moet minimaal gelijkwaardig zijn aan dat van een eigen medewerker in dezelfde functie. Niet elk element hoeft één-op-één hetzelfde te zijn, maar de optelsom moet kloppen. Daarnaast wordt Fase B/3 verkort naar 2 jaar en gaat de tussenpoos naar 60 maanden. Ook komt er een verbeterde pensioenregeling.

 
2) Meer zekerheid voor flexwerkers

Het kabinet wil oproep- en nulurencontracten vervangen door basiscontracten met voorspelbare uren en voorwaarden. Planning 1 januari 2027

 
3) Wtta: toelatingsstelsel voor uitleners en extra plichten voor inleners

Er komt een vergunningplicht voor uitzenders en detacheerders. Er komen strengere eisen aan betrouwbaarheid, administratie, loonbetaling en huisvesting. Inleners mogen straks alleen nog inhuren bij toegelaten uitleners en moeten dit controleren in een openbaar register. Beoogde planning: inwerkingtreding 1januari 2027, handhaving vanaf 1 januari 2028.

 
4) VBAR: duidelijker scheidslijn werknemer/zzp

De Wet VBAR verduidelijkt wanneer er sprake is van werken “in dienst van” en introduceert een rechtsvermoeden van werknemerschap bij lage uurtarieven. In de toelichting wordt een grens van circa €36 per uur genoemd. Dit maakt laagbetaalde zzp-inhuur gevoeliger voor herkwalificatie naar dienstverband. Planning 1 juli 2026 van kracht

 

Wat betekent dit voor de relatie bureau–inlener?

Van ‘tarief en uren’ naar gezamenlijke compliance en waardenpakket:

 
  • Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden vragen om transparante functie- en arbeidsvoorwaardenvergelijking per opdracht. Bureau en inlener moeten samen bepalen wat “gelijkwaardig” is en dit kunnen onderbouwen richting audits.

  • Toelatingsplicht (Wtta) maakt kwaliteits- en compliance-checks tot gezamenlijke verantwoordelijkheid. Inleners moeten aantoonbaar toetsen of de uitlener is toegelaten. Niet-toegelaten partijen inhuren wordt een boeterisico.

  • Planning wordt voorspelbaarder door basiscontracten. Dat betekent scherper capaciteitsmanagement aan inlenerskant en betere afstemming tussen inlener en bureau.

  • Snellere doorgroei in fasesysteem (kortere fase B/3 en langere tussenpoos) stimuleert duurzamere inzet en eerder doorstroom naar vast. Bureau en inlener moeten tijdig keuzes maken: verlengen, omzetten of overnemen.

  • Zzp-inhuur onder het vergrootglas door VBAR. Bij lagere tarieven groeit het risico op herkwalificatie. Afstemming over tarief, aansturing en inbedding is noodzakelijk.

 

Concreet: wat regel je nu?

Voor inleners:

  • Check je leverancierslijst op Wtta-voorbereiding en plan de overstap naar uitsluitend toegelaten uitleners. Leg een checkproces vast voor het openbare register.

  • Maak functieprofielen en voorwaarden inzichtelijk zodat “gelijkwaardig” snel en aantoonbaar kan worden bepaald per opdracht. Gebruik vaste formats per label.

  • Herontwerp roosters en capaciteitsplannen richting basiscontract-logica: minder ad-hoc oproepen, meer voorspelbaarheid.

  • Zzp-beleid updaten: minimumtarief, mate van aansturing, inbedding, eigen middelen en vervangbaarheid helder vastleggen.

 

Kort samengevat: de lat gaat omhoog. Niet alleen voor bureaus, ook voor inleners. Wie nu samen investeert in gelijkwaardige voorwaarden, voorspelbare inzet en strakke compliance, wint straks tijd, rust en zekerheid op de werkvloer.